In het laatste weekend van oktober ging de wintertijd in. Plots was het daarmee rond etenstijd echt al donker. Bezoekers van het park viel op dat het Spoorpark bescheiden verlicht is. Sterker nog, er kwamen best wat opmerkingen, zoals: ‘Waarom is het licht niet sterker?’ en ‘Waarom staan er eigenlijk zo weinig lantaarnpalen?’ We hebben deze vraag neergelegd bij Esther Kruit, de landschapsarchitect van het Spoorpark en Jacqueline Moors, van Blom&Moors, die o.a. de lichtmasten hebben ontworpen en het lichtplan hebben gemaakt.
Bij het ontwerp van het park waren Esther en Jacqueline geïnspireerd door de leegte en openheid van het lang braakliggende gebied. Dat moest behouden blijven, voor allerlei soorten gebruik overdag én in de avond: dan is de gloed van de stad mooi zichtbaar. Het lichtniveau is dan aangenaam en je kunt je goed oriënteren. Dat is belangrijk om je veilig te voelen.
Nachtdieren
Ook de ecologie werd in het ontwerp van het lichtplan meegenomen. Het Spoorpark is een gebied op zich, maar fungeert ook als deel van een verbindingszone voor bijvoorbeeld vleermuizen, vlinders en insecten. Deze zone strekt zich uit vanaf Stadsbos013 in het westen, langs het spoor, via het centrum naar het buitengebied aan oostkant van de stad en verder.
De dieren kunnen ‘s nachts hun gang gaan om te eten en soortgenoten te zoeken. Egels, wezels en de gewone dwergvleermuizen (zie foto), het zijn nachtdieren die na zonsondergang in actie komen onder de struiken, in het berkenbosje en in de mooie vaste planten tuin. Zo kunnen de dieren overleven in dit stedelijke milieu. “Overdag de mens, ’s nachts de dieren”, aldus Esther. Dat betekent dat het niet overal even netjes en verlicht hoeft te zijn.
Aan de lichtmasten langs de paden en bij de parkeerplaatsen zijn armaturen met led-verlichting aangebracht onder de vlieghoogte van vleermuizen. Het armatuur is zo ingesteld dat het licht gericht op het onverharde pad en de parkeerplaatsen valt. Dat klinkt behoorlijk technisch, maar als je er op let zie je heel duidelijk de lijn van het pad, daarbuiten wordt de natuur nauwelijks door het licht verstoord. Daarnaast voldoet de verlichting ook aan de eisen van de gemeente. De armaturen zijn aangesloten op hun besturingssysteem en wordt zo afgestemd op de tijdstippen van zonsondergang en zonsopgang, die elke dag veranderen.
Dimmen
Bij de Urban Sports Area is het licht gedimd als er geen sporters zijn. Door een knop in te drukken gaan de armaturen harder schijnen. Na een half uur neemt de lichtsterkte weer af. Dan moeten de skaters de knop weer indrukken als ze verder willen gaan. Ze bepalen dus zelf actief de benodigde lichtsterkte. “We maken niet meer licht dan nodig. Het past allemaal in de ecologische én duurzame gedachte”, aldus Jacqueline.
Deze ecologische gedachten passen goed bij het groene karakter van Tilburg. In de open ruimte van het Spoorpark kun je op een heldere avond de maan en de sterren goed zien, dus: ‘met minder licht zie je meer’!