De totstandkoming van het Spoorpark
Een grensverleggend burgerinitiatief
Een paar jaar geleden kocht de gemeente Tilburg het (voormalige) Van Gend en Loosterrein (VGL-terrein). Het terrein is 7,5 ha. groot, is centrum-stedelijk gelegen en maakt deel uit van de spoorzone die volop in ontwikkeling is. Na aankoop is het VGL-terrein gedeeltelijk gesaneerd.
Over de bestemming van het terrein zei het Coalitieakkoord 2014-2018: ‘Wij kiezen voor het Van Gend en Loosterrein een combinatie van groen en leisure. Oftewel in het midden een park met landelijke, groene activiteiten en aan de beide uiteinden ruimte voor vestiging van vrijetijdsvoorzieningen. Zolang er nog geen concrete plannen zijn kunnen er tijdelijke activiteiten plaatsvinden zoals een stadscamping of stadsland-bouw. De betrokkenheid van de bewoners blijft belangrijk.’
In juli 2014 werd er een ’regieteam’ ingesteld om de voornemens uit te werken. Deelnemers aan dit regieteam waren de Stichting Hart van Brabantpark, de wijkraden Noordhoek en Goirke-Hasselt/ Bouwmeesterbuurt, Midpoint, Beach Tilburg en de gemeente Tilburg.
Het College van B&W stemde op 14 juli 2015 in met het door hen opgestelde Plan van Aanpak uit april 2015. Het regieteam nam in opdracht de verdere voorbereiding en uitvoering van de voornemens op zich. ‘Overheidsparticipatie’, een nadrukkelijke doelstelling in het Coalitieakkoord 2014- 2018, moest hier worden verwezenlijkt. Terzijde, wij geven de voorkeur aan de term ‘burgerparticipatie’.
In de nazomer van 2015 werd besloten de verantwoordelijkheden van planindieners en planbeoordelaars te scheiden. De verantwoordelijk wethouder, Berend de Vries, verzocht Johan Dunnewijk – voormalig directeur-bestuurder van woningcorporatie WonenBreburg – een nieuwe en in bovenstaande zin onafhankelijke regiegroep samen te stellen en hiervan als voorzitter te fungeren. De wethouder maakte dit publiekelijk bekend op 16 oktober 2015 tijdens de zogeheten ‘aftrapbijeenkomst’.
verrichte werkzaamheden en de resultaten daarvan.
De regiegroep
De regiegroep bestond uit 6 personen en werd tijdens het hele traject ambtelijk ondersteund met een gemeentelijke coördinator en projectondersteuning.
Verkenning
Om de binnenkomende initiatieven goed te kunnen beoordelen werd een verkenning ter plekke georganiseerd en een aantal voorwaarden en vragen in kaart gebracht. Zoals de voorwaarde: binnen 30 meter van het spoor mag niet gebouwd worden. Vragen als: wat is de invloed van monumentale bomen en flats op de bezonning van het terrein. Waar loopt precies het oude spoorlijntje, wat is de omvang van het berkenbosje, waar parkeren nu de omwonenden, waar laten ze hun hond uit, hoe zal de entree eruit zien als de zes woningen aan de Hart van Brabantlaan zijn gesloopt.
Daarna vertaald in een uitgebreid plan van eisen met randvoorwaarden, wegingscriteria en toetsingskaders, variërend van: schoon, veilig en ’s nachts op slot tot een groene plek waar mensen kunnen werken, sporten, recreëren, spelen en ontmoeten. Eveneens werd het beheer- en parkmanagement benoemd.
Landschapsarchitecte Esther Kruit, Bureau KruitKok, richtte haar verkenning op ‘zichtlijnen’, ‘doorkruisingen’ en het gebruik van ‘hoogteverschillen’ om een terrein met diverse functies ook écht tot een park aaneen te smeden.
Pitches
Tussen januari en april 2016 konden voor dit heel bijzondere burgerinitiatief ideeën worden ingezonden. De teller bleef uiteindelijk staan op 82 indieners en een aantal ideeën die ‘voor lief’ werden aangedragen. In een korte pitch kregen alle planindieners de gelegenheid hun idee persoonlijk toe te lichten. Kleine en grote ideeën, van jonge mensen die eens iets heel nieuws wilden tot stadsbewoners die niet meer vroegen dan een enkel boompje erbij. Het waren stuk voor stuk bijzondere ontmoetingen die duidelijk maakten dat heel veel mensen uit Tilburg mee wilden denken over wat het VGL-terrein nodig had om een bijzonder stadspark te worden. De regiegroep had de taak de 82 plannen te beoordelen en daaruit de definitieve groep kwartiermakers te selecteren.
Van ruim 80 ideeën naar een groep enthousiaste kwartiermakers
Op basis van bestaande –geslaagde – stadsparken heeft de regiegroep potentiele succesfactoren geselecteerd en criteria benoemd:
- cultuurhistorische kwaliteiten: Het idee moet aansluiten bij de historie van de locatie en slaat een brug naar de toekomst.
- ecologie en groenstructuur: groen speelt een belangrijke rol waarbij de aanwezigheid van bomen, struiken, gras en wandelpaden worden meegenomen.
- voorzieningen voor recreatie en sport. Het idee moet actief ontmoeten, ontspannen, sport, slenteren stimuleren; op de korte als langere termijn. Denk aan horeca, sportvoorzieningen.
- realiseren van algemene voorzieningen als bereikbaarheid, parkeren en kwaliteit van de inrichting.
- water was van oudsher aanwezig op het terrein. Terugbrengen van levend water is een belangrijke meerwaarde. Is onderscheidend ten opzichte van andere Tilburgse parken.
- hoe verhoudt het park zich tot de omgeving. Wat draagt het bij aan de stad, hoe worden omwonenden en stadsbewoners betrokken, en in welke vorm.
De regiegroep werkte aan een onderbouwde visie op de afsluiting van het park, het onderhoud (intact, schoon en veilig) van het park en de energievoorziening met als uitgangspunt een energie neutrale functie waarbij zelf (zonne-) energie opwekt wordt. Objectieve aspecten zoals het enthousiasme van de ideeënmakers, de gunfactor, de bereidheid tot samenwerking / kennisdeling en de bewezen expertise speelden een rol bij de uiteindelijke selectie.
E.e.a. heeft geleid tot een groep van acht kwartiermakers, tegenwoordig de ‘parkpartners‘.